Biografie
Oscar van Hemel 1892 1981
Op 3 augustus 1892 werd Oscar van Hemel in Antwerpen geboren als middelste van drie kinderen. Zijn vader was een groot muziekliefhebber en verdiende de kost als ‘noteur’, iemand die boeken voor draaiorgels kapt. De passie voor fanfares en draaiorgels kenmerkte Oscars kinderjaren. Vaak – vertelde hij later – moest hij zich van de muziek losrukken om op tijd op school te zijn.
Oorlogstijd
Als negenjarige werd Oscar toegelaten tot de muziekschool van het ‘Koninklijk Vlaamsch Conservatorium van den Staat te Antwerpen’ en vanaf 1907 studeerde hij daar viool. Drie dagen nadat hij op 31 juli 1914 zijn conservatoriumdiploma (hoofdvak viool) haalde, brak op zijn verjaardag de Eerste Wereldoorlog uit. Als militair raakte hij gewond bij de slag van Halen. Tijdens het bombardement van Antwerpen ontvluchtte hij de stad en met de hulp van het Rode Kruis kwam hij in Roosendaal aan. Zijn familie was daar al en zijn moeder was iedere dag naar het station gegaan om te kijken of haar zoon meegekomen was.
Hij bleef in Roosendaal tot mei 1915 en voorzag in zijn levensonderhoud door het geven van vioollessen. In die tijd schreef hij ook zijn eerste composities voor viool en piano. Vanwege zijn aanstelling als violist bij de pas opgerichte Nederlandse Opera vertrok hij naar Amsterdam. Omdat het seizoen 1916 – 1917 veel van zijn krachten vergde, moest hij om gezondheidsredenen enkele maanden rust houden in het Sanatorium Emmaoord in Renkum. Daarna besloot hij in Bergen op Zoom te gaan wonen, waar hij op uitnodiging van Adrianus de Groot werd aangesteld als leraar viool en piano. Met hem en cellist Michael Busch gaf Oscar van Hemel regelmatig kamermuziekconcerten. Daarnaast organiseerde hij abonnementsconcerten en recenseerde hij die voor het dagblad ‘De Zoom’.
Drukke tijden
In Bergen op Zoom ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Annie Wouters. Voor haar schreef hij in 1919 ‘Liefdeliedje’ op de tekst van Pol de Mont. Op 9 augustus 1923 trouwden zij in Antwerpen. Het gezin Van Hemel-Wouters werd in 1924 uitgebreid door de komst van het eerste kind. In de loop der jaren werden er nog tien kinderen geboren. Naast de toegenomen vreugden en zorgen voor zijn gezin stond Oscar van Hemel in het dagelijks leven oog in oog met een omvangrijk lesrooster aan de muziekschool van 24 uur per week, zijn leraarschap aan de kweekschool, zijn privé-leerlingen en zijn bemoeienis met het muziekleven in Bergen op Zoom. Toch miste hij het contact met het Nederlandse muziekleven. Amsterdam was te ver weg om een concert in het Concertgebouw te kunnen bijwonen. Wel luisterde hij elke donderdagavond naar radio-uitzendingen. De kinderen moesten dan meeluisteren en doodstil zijn.
Compositielessen
Van componeren kwam in deze periode niet veel. Daar kwam verandering in toen hij van 1931 tot 1933 compositielessen nam bij Willem Pijper in Rotterdam. Op zijn veertigste kwam daarmee de verschuiving op gang van uitvoerend musicus naar compositorisch kunstenaar. Zijn 1e Strijkkwartet was de eerste lesopdracht die hij van Pijper kreeg. Die opdracht hield zeker verband met het door Oscar van Hemel in 1927 opgerichte Sonare Kwartet.
Uit dezelfde tijd stammen enkele kleine composities en bewerkingen, die werden uitgevoerd op voorspeelavonden van de Bergen op Zoomse muziekschool.
De eerste serieuze compositie waarmee Oscar van Hemel muzikaal Nederland deed ophoren, was de 1e Vioolsonate uit 1933. Daarna nam het aantal composities drastisch toe en werd zijn werk meer divers en grootschaliger.
Nogmaals oorlog
Gedurende de Tweede Wereldoorlog sloot de muziekschool in Bergen op Zoom zijn deuren niet. De lessen gingen, na een korte onderbreking in het eerste oorlogsjaar, door. Daarnaast componeerde hij steeds meer; behalve liederen ook kamermuziek- en orkestwerken. Hij componeerde in de vormen waar hij op dat moment mee bezig was. Een strijkkwartet in de tijd dat hij in het Sonare Kwartet speelde, een orkestwerk toen hij dirigent was van de Orkestvereniging en Kunstkring ‘Der Vrueghdenbloeme’.
Viviane
Eind 1949 verhuisde de familie Van Hemel naar Hilversum. De KRO had Oscar van Hemel gevraagd een opera te schrijven ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van deze omroep. Het was zijn droom zich als componist te vestigen in de nabijheid van de Nederlandse cultuurcentra. Met de verhuizing kwam er een einde aan zijn carrière van violist. Wel had hij nog een uitgebreide lespraktijk. In 1950 voltooide hij zijn eerste, twee uur durende, opera Viviane.
In Hilversum schreef hij talrijke werken, de meeste in opdracht van de Nederlandse Radio Unie, de KRO, de AVRO, de NCRV, de Nederlandse regering, de gemeenten Amsterdam en Hilversum en diverse andere instellingen. Ook was hij muziekcriticus bij de Gooi- en Eemlander en de Maasbode.
Negen componisten in een dichterlijk park: vlnr Henk Badings, Rudolf Mengelberg, Anthon van der Horst, Hans Kox, Jurriaan Andriessen, Oscar van Hemel, Harman Strategier, Karel Mengelberg en Ton de Leeuw ( Telegraaf 30 juli 1957, foto Bart Buurman)
Het jaar van eerbewijzen
Het jaar 1962 bleek voor Oscar van Hemel het jaar van eerbewijzen te zijn. Hij werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en hij ontving de Professor Van der Leeuwprijs voor het 4e Strijkkwartet. Datzelfde jaar werd hem de Visser-Neerlandiaprijs uitgereikt.
Uitreiking van de Visser-Neerlandiaprijs op 6 oktober 1962 in Den Haag, vlnr Arie Verhaer, Oscar van Hemel, Hella Haasse, F. Koote
Andere eerbewijzen die hij in ontvangst mocht nemen zijn onder andere de Muziekprijs van de Gemeente Amsterdam (1955), nogmaals de Visser-Neerlandiaprijs en de cultuurprijs van de gemeente Hilversum (1964).
Het laatste werk dat hij niet alleen voltooide maar waarvan hij ook de première nog beleefde was zijn 3e Vioolconcert uit 1977. Diverse werken bleven onvoltooid achter op zijn bureau. Hij werkte tot vlak voor zijn dood op 9 juli 1981 in Hilversum.
Bron: Clemens Romijn: Oscar van Hemel 1892-1981, componist tussen klassiek en atonaal, Uitgeverij Canaletto, Alphen aan den Rijn 1992
Dit boek is nog verkrijgbaar en kost € 10,--, excl. portokosten; aanvraag via het contactformulier.